Aanpassingen in voeding bij adolescenten

Gluten, E-nummers, koolhydraten, vetten, suiker, zout, koffie, frisdrank, kant-en-klaarmaaltijden, lightproducten, we horen er steeds meer over. Meestal wordt er gekeken naar het effect op je lichamelijke gezondheid: overgewicht, diabetes, hart- en vaatziekten, leverproblemen. En als je kijkt naar hersenontwikkeling en leervermogen? Het effect van alcohol op de hersenontwikkeling wordt door bijna iedere volwassene (lang niet door iedere jongere) onderschreven en bij wet is geregeld dat voor jongeren onder de achttien alcohol verboden is. Maar hoe zit het met bijvoorbeeld junkfood, koffie, frisdrank? Hoe krijg je het bij jongeren tussen de oren dat sommige voedingsmiddelen niet gunstig voor hen zijn? Jij kunt op je kop gaan staan, maar het moet bij hen zelf doordringen. Hoe krijg je jongeren zo ver dat ze willen veranderen?

Begin bij de ouders

Het is bij voedingsgewoontes van belang om jong te beginnen, dus ook hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor de ouders. Met een gezond voedingspatroon geef je je kind een goede basis mee en wordt volwaardige voeding standaard.
Wat kun je dan als docent? Goed samenwerken met de ouders, waarbij je kennis en standpunten uitwisselt en samen optrekt in het belang van de jongere.

Organiseer een jaarlijkse ouderavond over voeding. Je kunt nog zoveel regeltjes opnemen in een schoolgids of op een website, in de praktijk werkt een mondelinge uitleg veel beter, want dan kun je ook de achtergronden meenemen. Bespreek het verschil tussen dieettrends en een volwaardig voedingspatroon, geef ouders inzicht in het belang van goede voeding, in verantwoorde tussendoortjes en in het aanpassen van recepten, zonder dat het dure maaltijden worden. Focus niet alleen op overgewicht en gezondheid, maar geef ook aan welke invloed voeding heeft op de leerprestaties. Daar zijn ouders vaak heel gevoelig voor. Uiteraard wordt dit zo jong mogelijk ook met de leerlingen/studenten zelf besproken.
Dat vereist kennis bij de medewerkers of het inhuren van deskundigen op dat gebied.

Voorbeeldfunctie

Je hebt als docent een voorbeeldfunctie, niet alleen in de klas (op tijd zijn, lokaal netjes achterlaten) maar ook in de pauze, tijdens de lunch en bij uitstapjes of studiereizen. Die voorbeeldfunctie geldt voor al het personeel, dus niet alleen voor docenten. Je kunt nog zoveel proberen over te brengen, als je er niet zelf naar handelt, wordt je ongeloofwaardig. Be the change you wish to see in the world!

Beïnvloeding adolescenten

Hoe beïnvloed je adolescenten, hoe dring je door tot het brein van jongeren. Jelle Jolles schrijft daarover in ‘Het tienerbrein. Over de adolescent tussen biologie en omgeving’. Hij geeft aan dat het lastig is omdat tieners zich juist afzetten tegen alles wat moet. Ook zijn hun executieve functies nog niet zover ontwikkeld dat ze goed in staat zijn tot time management en planning, doelgericht gedrag, emotie- en impulsbeheersing en zelfregulatie. Dat zijn functies die van belang zijn bij het maken van de juiste keuzes, ook op het gebied van voeding.

Volgens het Europese TEMPEST onderzoek (2011-2013, onder jongeren van 10-17 jaar in negen Europese landen) weten jongeren heel goed wat gezond of ongezond is. Zij vinden het echter moeilijk de dagelijkse voedselverleidingen waaraan zij blootstaan, te weerstaan. Daar is zelfregulatie voor nodig, en juist daar zijn adolescenten nog niet zo goed in. Een korte-termijnbeloning in de vorm van een snack krijgt vaak voorrang boven het overgewicht op langere termijn. Uitstel van directe behoeftebevrediging blijft voor deze leeftijdgroep nog vaak lastig. Het marshmallow experiment geldt echt niet alleen voor vierjarigen!

Het onderzoek geeft zes zelfregulatie-strategieën van eetgedrag, waarbij ik een kolom heb toegevoegd om de thuissituatie aan te passen aan het onderwijs.

Categorie Strategie Thuissituatie Onderwijs
Verminder de hoeveelheid verleidingen in de directe omgeving. Vermijden van verleidingen. In de supermarkt het gangpad met snoep en snacks vermijden. Geen ongezonde voeding op de opleiding aanbieden.
Controleren van verleidingen. Een vaste hoeveelheid nemen. Zelf een verantwoorde lunch meenemen.
Een goed ontbijt vermindert trek tussendoor.
Verminder de aantrekkingskracht van een verleiding.

 

Afleiding zoeken. Iets anders gaan doen. Iets anders gaan doen.
Onderdrukken. De geur van brood negeren als je voorbij een bakker loopt. Niet in de buurt van de kantine rondhangen. Hongergevoel is tijdelijk te onderdrukken met een glas water.
Versterk het doel om gezond te eten. Doelen en regels stellen. Regels maken over hoeveelheden snoep. Regels over eten en drinken in het gebouw.
Stilstaan bij doelen. Een moment nemen om na te denken of je echt iets wilt eten of snoepen. Nadenken of je echt iets wilt eten, drinken of snoepen.

Jongeren geven in het onderzoek aan dat ze het belangrijk vinden om met hun ouders te praten over het belang van gezond eten (69,9%), dat gezond eten en drinken goedkoper zou moeten zijn dan ongezonde producten (61,2%), dat ze op school meer moeten leren over gezond eten (60,1%) en dat docenten jongeren moeten aanmoedigen om gezond te eten (60,0%). In een verbod op ongezond eten en drinken ziet slechts 18,8% iets.
Jongeren willen wel lekker eten. Natuurlijk kan gezond tegelijkertijd ook lekker zijn! Laat dat vooral ervaren! En laat het verschil van verschillende soorten voeding ervaren, bijvoorbeeld het verschil tussen witbrood en volkorenbrood. En leg daarna uit waar dat in zit. Leg ook uit wat ze wel of juist niet moeten eten voorafgaand aan een toets of examen. Uiteraard komt daarbij meer aan bod dan voeding.

Voedingseducatie hoort vanaf groep 1 van de basisschool en hoort te worden doorgezet en uitgebreid in het vervolgonderwijs. Niet alleen in theorie, maar juist ook in de praktijk: zelf koken, een schooltuin verzorgen, in voedingsopleidingen de studenten verantwoordelijk maken voor de kantine waarbij ze zelf meedenken in het vaststellen van wat er aangeboden wordt. Op basis waarvan laat je hen die keuzes maken? De richtlijnen van het voedingscentrum gaan volgens mij niet ver genoeg en zijn te eenzijdig gericht op voorkomen en van overgewicht en daaruit voortvloeiende lichamelijke aandoeningen in de thuissituatie. Vandaar mijn aanpassingen.

Leer jongeren dat voedingshypes overwaaien, dat er tegenstrijdige berichtgeving is door verschillende instanties en personen, dat aanprijzingen via vlogs vaak gesponsord worden door het merk waar reclame voor gemaakt wordt en dat al die diëten en trends tekorten kunnen veroorzaken van bepaalde nutriënten. Een eenmalige workshop zal daarvoor niet volstaan. Daar is structurele voedingseducatie voor nodig.

Foto: ‘Change’ by Paul Bowman on Flickr.