Verbetering leren adolescenten met leefstijlaanpassing

Met een op adolescenten toegespitste benadering is het mogelijk om tot gedragsverandering te komen, aldus een van de docenten van de MOOC Puberbrein, leefstijl en leren van de Open Universiteit. Wat levert dat voor ouders en docenten op in de benadering van jongeren?

Er is gekeken naar de invloed van voeding, beweging en slaap (leefstijl) op de leerprestaties van adolescenten. Ook de rol van opvoeding is besproken en gedragsdeterminanten voor leefstijlaanpassing, dus gedragsverandering. Daarvoor zul je goed naar de jongeren moeten kijken en luisteren: in welke fase van de adolescentie bevinden ze zich? Waar zijn ze mee bezig? Een positieve benadering is nodig, naast echte betrokkenheid bij de jongeren. Jij bent niet de enige die probeert invloed uit te oefenen. De groepsdruk van vrienden en de (sociale) media is erg groot.

kijk op gedragsdeterminanten

Aanpassing leefstijl

De groep is de omgeving waar ze bij willen horen. Ze hebben ook bepaalde gewoonten ontwikkeld, die ze moeten doorbreken. Ze moeten zich bewust zijn van hun risicovolle gedrag en gemotiveerd zijn om te veranderen. Dat is lastig zolang het brein niet is uitontwikkeld. Als opvoeder fungeer je tijdelijk als plaatsvervangende prefrontale kwab. Je biedt hulp en begeleiding, je schept voorwaarden en je geeft onderhandelingsruimte. Het is vooral van belang om in gesprek te blijven. Naarmate de jongeren beter zelf in staat zijn om te plannen, verantwoordelijkheid te nemen en te reflecteren op eigen gedrag, verandert je rol als opvoeder. Dan is het zaak om te motiveren, aan te moedigen, begrip te tonen, te inspireren, een voorbeeld te zijn en ideeën te opperen. Hulp bij langetermijn-beslissingen blijft lang nodig.

Langere termijn

Niet alleen de afzonderlijke factoren, maar zeker ook de interactie tussen de verschillende factoren speelt een grote rol bij het leren (oorzakelijke verbanden zijn er nog weinig omdat het meeste onderzoek observationeel onderzoek is en geen experiment). Het zijn vaak effecten op langere termijn, dus niet altijd direct zichtbaar of merkbaar. Juist door die langere termijn is het zo moeilijk om bij adolescenten te komen tot gedragsverandering, want ‘het gaat toch goed?’ De prefrontrale cortex, die moet helpen om lastige langetermijn-beslissingen te nemen, is nog niet uitontwikkeld. Toekomstige problemen overzien en daarvoor keuzes maken, is moeilijk, zeker als er op korte termijn leuke dingen tegenover staan en de impulsbeheersing nog te wensen overlaat.

Interactie-effecten

Voeding, slaapduur en slaapkwaliteit, beweging en opvoeding hebben afzonderlijk invloed op  breinontwikkeling en leerprestaties. Daarnaast zijn er veel interactie-effecten.

  • Opvoeding beïnvloedt voeding, slaap en beweging en daarmee hersenontwikkeling en leerprestaties.
  • Beeldschermen laat op de avond beïnvloeden de slaap (blauw licht) en daarmee de leerprestaties.
  • Beweging beïnvloedt voeding en daarmee de leerprestaties.
  • Beweging beïnvloedt slaap en daarmee de leerprestaties.
  • Beweging (voordat je gaat studeren) zorgt voor betere opname van de studiestof en slaap (nadat je hebt gestudeerd) zorgt voor verwerking van het geleerde en beter onthouden. Beweging en slaap beïnvloeden daarmee de leerprestaties.
  • Slaaptekort leidt tot meer eten en daardoor gezondheidsproblemen en verminderde leerprestaties
  • Slaaptekort leidt tot ongezondere voedingskeuzes en daardoor gezondheidsproblemen (metabool syndroom) wat via een tekort aan voedingsstoffen de hersenontwikkeling schaadt en concentratie en cognitie beïnvloedt.
  • Beweging later op de avond zorgt voor later slapen/slaaptekort en beïnvloedt daarmee de leerprestaties
  • Voeding (alcohol, cafeïne, drugs) beïnvloedt slaap en daarmee de leerprestaties
  • Voedingstekorten (ontbijt overslaan, te weinig eten of slechte kwaliteit) beïnvloeden de energie en daarmee beweging, slaap, stemming en leerprestaties.
  • Negatieve gevoelens beïnvloeden de voedingskeuze (troost-eten, emotie-eten) en leiden vaak tot calorierijke voeding en teveel eten. Het gevolg is een hoger risico op het metabool syndroom en verminderde leerprestaties.

Bruggen bouwen

Adolescenten verdienen het om zo goed mogelijke ondersteuning te krijgen op hun weg naar volwassenheid. Nieuwsgierigheid vasthouden, laten oefenen en ervaren, laten reiken om te bereiken en hun ambities ondersteunen om zo latente talenten daadwerkelijk tot ontplooiing te kunnen brengen (Jelle Jolles). Daarvoor zijn bruggen nodig. Bruggen tussen adolescent en zijn/haar toekomst, tussen adolescent en school, tussen de verschillende wetenschappers en wetenschappelijke disciplines en tussen wetenschap en onderwijspraktijk. Die laatste brug kan ervoor zorgen dat alle onderzoeksresultaten doorklinken in het onderwijs, zodat de docenten en vooral de adolescenten er baat bij hebben.