Voeding op de agenda in het onderwijs

ouders2
Voeding hoort zeker op de agenda in het onderwijs. Het heeft zoveel invloed op het functioneren van de leerlingen en studenten, dat je daar als school niet om heen kunt. En daarbij is de samenwerking met de ouders van groot belang.

Voeding en overgewicht

Veel scholen organiseren ouderavonden over voeding, meestal vanuit het idee dat er iets gedaan moet worden aan het nog steeds toenemende overgewicht van de leerlingen. Overgewicht is een enorm probleem met grote negatieve maatschappelijke gevolgen op de langere termijn. Dat wordt steeds duidelijker en je wordt bijna overvoerd met informatie over overgewicht en obesitas. Maar ouders ontkennen het overgewicht van hun eigen kind vaak en schieten in de weerstand als je daar over begint. Ze vergelijken hun eigen kind met klasgenoten, maar die zijn vaak ook te dik! In Nederland is het aantal kinderen met overgewicht al opgelopen tot 15% van de 2–25 jarigen (cijfers CBS 2013). Dat betekent dat in elke klas 4 tot 5 leerlingen of studenten overgewicht hebben. De confectiebranche heeft inmiddels de kindermaten opgerekt, omdat de kleding voor veel kinderen te smal werd. En de autobranche past de poppen voor de botsproeven aan, om een reëler beeld te krijgen van het effect van botsingen.

Voeding en leerprestaties

Toch pleit ik ervoor om het op een ouderavond over voeding niet te hebben over overgewicht. Ik wil liever inzetten op de invloed die voeding heeft op de leerprestaties en het gedrag. Goede voeding, verbreiningsvoeding, vormt de basis voor het leren. Voeding heeft invloed op het geheugen, de concentratie, de alertheid en het gedrag van leerlingen en studenten. Zowel te veel eten, als ook ondervoeding en onvolwaardige voeding belemmeren het leerproces. En welke leerling of student wil nu geen goede prestaties leveren? Welke ouder wil niet graag dat zijn of haar kind met goede resultaten thuis komt?

Een gezond voedingspatroon

Wat moet je voor die goede resultaten eten of juist weglaten uit de voeding? Zie de vuistregels voor volwaardige voeding. Het heeft geen zin om op dieet te gaan, dat werkt soms zelfs averechts. Zo kun je tekorten in je voeding krijgen. Er wordt vaak gedacht dat je beter vetarm kunt eten omdat vet als grote dikmaker wordt gezien. Maar voor de hersenwerking is dat funest: hersenen hebben 20 tot 50 gram goede vetten per dag nodig. Daarnaast ook voldoende vezels, eiwitten, langzame koolhydraten, vitaminen en mineralen. Voor goede prestaties helpt een tijdelijk dieet ook niet. Daarvoor moet de voeding blijvend worden aangepast. We vinden het de normaalste zaak van de wereld dat voor zwangere vrouwen en baby’s de voeding wordt aangepast en we kijken er ook niet van op dat topsporters speciale voeding krijgen. Maar ook leren is een topprestatie, en ook daarbij is aandacht voor de voeding van groot belang.

Schoolregels en ouders

Voeding hoort in de eerste plaats thuis bij de ouders, maar de school kan helpen door voorlichting te geven en regels opstellen die gelden tijdens de schooltijden. Kijk eens wat er in de schoolgids staat over de meegebrachte lunch, pauzehapjes en -drankjes en traktaties. Waar nodig moeten die regels worden aangescherpt en dan ook worden gehandhaafd! Leg ook afspraken vast over eten en snoepen tijdens toetsen, tentamens en examens, bij feestdagen, sportdagen en nationale schoolontbijtdagen (weer iets gezonder geworden: fruit in plaats van zoetigheid). Die regels voor voeding en, iets breder gezien, die gezonde leefregels op school moeten natuurlijk goed uitgelegd worden aan de leerlingen en studenten en hun ouders. En juist daarbij is het belang van voeding voor de leerprestaties behulpzaam. Want iedereen wil toch graag optimale prestaties!

Foto: ‘Ouderavond’ Jarno Verhoef